Naar teksten

Commentaar op de Psalmen bij psalm 133,6

Zij die dus zo in eenheid samenleven dat ze slechts één mens vormen en waarmaken wat geschreven staat ´ één van ziel en één van hart´, dat wil zeggen vele lichamen maar niet vele zielen, vele lichamen maar niet vele harten, worden terecht ´monos´ genoemd: één enkele mens…

Waarom zouden wij niet de naam ´monniken´ mogen gebruiken, aangezien de psalm zegt: Zie hoe goed en hoe weldadig is het als broeders in eenheid samen te leven. Het Griekse woord ´monos´ betekent immers: één enkele mens. Maar niet één op om het even welke wijze. Want ook in de menigte is er sprake van één, maar daar wordt iemand één genoemd samen met vele anderen. ´Monos´ kan hij echter niet genoemd worden, dat wil zeggen ´ één enkele´. ´Monos´ betekent immers ´ één enkele mens.´ Zij die dus zo in eenheid samenleven dat ze slechts één mens vormen en waarmaken wat geschreven staat ´ één van ziel en één van hart´, dat wil zeggen vele lichamen maar niet vele zielen, vele lichamen maar niet vele harten, worden terecht ´monos´ genoemd: één enkele mens…